zondag 11 november 2012

DE ECONOOM EN DE ECOLOOG IN HETZELFDE SCHUITJE (van noach)


Met eigen ogen heb ik het gezien. De eerste keer, op een windstille warme zomeravond in augustus, was ik geschokt. Vorige week, op een grote witte rondvaartboot als voorzitter van een bijzonder congres, was ik sinds tijden weer een tikje optimistisch over de kans om de ‘tegenstelling’  economie - ecologie te overbruggen.

We zaten in augustus te genieten van de avondzon op een terras langs het water van restaurant Princenhof in Earnewâld. Een paar kinderen dobberden in rubberbootjes over het brede water, twee roeiers legden aan bij de steiger, iets verderop zat iemand te vissen, een meisje dook met een gilletje het water in. Princenhof in Eernewoude ligt midden in Nationaal Park de Alde Feanen/de Oude Venen, in het hart van Fryslân, tussen Drachten en Leeuwarden.

We hadden het gevaarte niet horen aankomen, het metershoge zwarte monster van Loch Ness-achtige omvang, dreigend en dominant. Het duurde minuten lang voor de varende kolos ons terras aan de flauwe bocht van het water voorbij was. Het overweldigende binnenvaartschip was zo hoog omdat het geen lading had; het was zeker tachtig meter lang. Wij keken elkaar onthutst aan over deze 'botsing' tussen de vredige natuur en de harde vervoerswereld. Maar het meisje zwom rustig naar de kant, de roeiers stapten uit hun bootje, de kinderen peddelden naar de overkant, de visser haalde voorzichtig een voorntje van de haak.
Nú weet ik dat jaarlijks ruim 900 van die grote vrachtschepen, met bijna een miljoen ton lading, van en naar de haven van Drachten varen, langs het terras van Princenhof, langs het kwetsbare laagveenmoeras met zijn prachtige flora en fauna.
Nú weet ik hoeveel bedrijven profiteren van die haven, hoeveel mensen er werken. Bovendien weet ik dat de Nederlandse binnenhavens goed zijn voor meer dan 65.000 arbeidsplaatsen, dat vervoer over water zeer duurzaam is en dat binnenschippers erg aardige mensen zijn.
En ik weet over de drie jonge otters die onlangs zijn uitgezet in de Alde Feanen, over de roerdomp die je bijna nergens meer in Friesland ziet, over het trilveen…

Goed plan van de gemeente Smallingerland/Drachten om al die mensen met hun verschillende belangen uit te nodigen voor een congres. De meesten kenden elkaar nauwelijks, maar ze hadden wel opvattingen en beelden over elkaar.
Goed plan natuurlijk om aan ons, De Voorzitters, te vragen dat congres te leiden. Mijn maat Mick Hartstra en ik zijn experts in kleine en middelgrote congressen. We weten dat je met een goed congres bruggen kunt slaan en wederzijds begrip kunt kweken.
Zeer goed plan: om het congres te houden tijdens een tocht op een rondvaartschip over die vaarweg Drachten - Eernewoude. Want de meest onderschatte succesfactor van een congres of symposium is de plaats waar het wordt gehouden.
(Op weg naar het vergaderschip een bizarre verrassing: een replica van de ark van Noach, gebouwd door een of andere gedreven christelijke zendeling-ondernemer, lag aangemeerd in de haven. Waren we bijna in de verkeerde boot aangemonsterd) 
Vaak voelen mensen zich niet thuis op een congres of tijdens een festiviteit, omdat de bijeenkomst plaats vindt in kolossale, sfeerloze en anonieme gebouwen waar zalen de namen dragen van even kolossale en sfeerloze sponsors. Je komt er om te netwerken, maar je zwerft in de pauze doelloos door de marmeren gangen en langs de luxe toiletten, staat uit verveling te lang buiten te roken en je gaat al naar huis vóór de obligate forumdiscussie is begonnen.

Uiteraard: of een congres slaagt, hangt af van de sprekers. Doorslaggevend is niet hoe deskundig ze zijn en wát ze zeggen, maar hóe ze het zeggen. C'est le ton qui fait la musique. Robbert Dijkgraaf, hoogleraar mathematische fysica, nu professor in Princeton USA, is mijn grote idool. 
Vanzelfsprekend: hoe beter de catering, des te succesvoller het congres. Berthold Brecht zei het al: ‘Erst kommt das Fressen, dann die Moral’
Ongetwijfeld: een goede en vooral onafhankelijke dagvoorzitter heeft invloed op de sfeer van het congres. Een hork van een voorzitter kan een congres verpesten; een lichtvoetige en positieve voorzitter kan een stug gezelschap ontdooien.

Het varende congres op het mooie schip gaf alle aanwezigen het gevoel: we zitten in hetzelfde schuitje, we zijn van elkaar afhankelijk. Iedereen onderging zowel de bedrijvigheid als de schoonheid van zowel de haven als van de natuur. We voeren langs werven, fabrieken en langs zomerhuisjes; we zagen onderweg biddende valkjes en een groepje reeën. De congresdeelnemers luisterden geconcentreerd naar de presentaties en vol belangstelling naar elkaar in de subgroepen. 
Omdat niemand van boord kon, moet iedereen het gevoel gehad hebben: laten we er het beste van maken. Net als destijds in die ark van Noach, dat indrukwekkende gevaarte, nu in de haven van Drachten. Schuitje varen, theetje drinken.




1 opmerking:

  1. Een mooie weergave van het paradigma economie-ecologie Bartho.Ook ik heb goede herinneringen aan deze dag en de constructuieve en creatieve wijze waarop de deelnemers met elkaar in gesprek gingen. Het was in elk geavl leuk om deze dag met jullie mee te organiseren.
    Ik zit momenteel in de cel in Zweden, dat wil zeggen ik logeer in het Langholmen Hotel, een voormalige gevangenis op een eilandje midden in het centrum van Stockholm. Een oase van groen en blauw in een stenen stad. Ook hier volop schijnbare tegenstellingen tussen economie en ecologie.

    BeantwoordenVerwijderen