donderdag 16 augustus 2018

NHUNG DAM, OPEN BRIEF


Bericht aan mijn lezers en volgers van Voorzetten

Al anderhalf jaar hebben jullie geen nieuwe Voorzetten van mij kunnen lezen. Je zou kunnen denken dat ik nu toch tijd genoeg moet hebben om wat gedachten onder woorden te brengen. Inderdaad ja, ik ben nu zeer gepensioneerd, want geen Hanzehogeschool, geen Voorzitters, geen Tasmanjournaal en zelfs geen Vrienden van de Melkfabriek meer.
Mentaal en fysiek ben ik sinds februari 2017 op ongeveer hetzelfde peil gebleven: jaartje ouder, maar wat doet dat er toe. Onze verhuizing van een half jaar geleden was iets vermoeiender dan we gedacht hadden, maar het was een goed besluit.
Kortom: tijd zat, alle rust, geen ziekte. 
Ik vraag me nog steeds af wat er dan wél aan de hand was. Ik wil mijn writersblock graag onderzoeken, misschien samen met mijn lezers en volgers. Het kan te maken hebben met twijfels en onzekerheden, met steeds meer vragen zonder antwoorden, minder standpunten, meer aarzelingen. Tegelijkertijd groeit langzaam maar zeker mijn begrip voor steeds meer opvattingen, voor steeds meer mensen. De mildheid van de ouderdom?
Dat resulteert in mijn vrees dat ik niets interessants, niets spannends, niets lachwekkends, niets zuurs en niets zoets, niets specifieks en niets excentrieks meer te melden heb.
Daarom begin ik opnieuw, ik begin met iets anders. Ik ga brieven schrijven, open brieven, aan levende en overleden mensen. Die vorm biedt mij wellicht meer ruimte om mijn vragen, twijfels en vermoedens te uiten. En misschien krijg ik af en toe een brief terug, het liefst een open brief die ik in deze blog kan plaatsen.


Mijn eerste open brief is aan Nhung Dam, actrice, theatermaakster en auteur van ‘Duizend Vaders’

Lieve Nhung Dam

Wat een unieke middag, zondag 11 maart in De Melkfabriek in het Noord-Drentse Bunne.
Je speelde er je voorstelling ‘Ha ha Happiness’. Zo licht, zo spannend, zo tragisch, over je leven, over je idealen en dromen, over je afkomst als dochter van Vietnamese bootvluchtelingen. Wat was ik trots dat we je in ons kleine theater hadden kunnen programmeren. Zeker zeventig mensen, een volle bak voor ons, beleefden je kwetsbare verhaal. Het ging over jou, over je eenzaamheid en schaamte in de Groningse wijk Beijum, het ging over je vader die een loempiatent was begonnen op de Ebbingebrug in Groningen, vlakbij waar ik toen woonde.
Je had een stapel van je boek ‘Duizend Vaders’ meegenomen. Je had beloofd dat je aan het eind van de middag je zachtroze boek zou signeren. Dat heb je ook gedaan, al had je er nauwelijks tijd meer voor. Want direct na je voorstelling maakte je regisseur Koos Terpstra bekend dat je zojuist de prijs voor het beste Groningse boek had gewonnen! Wat was jij blij, wat stond je te stralen en te genieten van het applaus op ons kleine podium. Wat waren wij als publiek ontroerd. Want in dat uur dat je ontwapenende voorstelling duurde was je een vriendin van ons geworden, zeker van mij.
Misschien herinner je je nog wat je in je boek, ons boek, hebt geschreven: “Voor Coby en Bartho. Dank voor vandaag! Wat bijzonder. Nhung Dam”
Spoorslags moest je naar Groningen vertrekken om die hoofdprijs in het Groninger Forum in ontvangst te nemen.

Ook het hernieuwde contact met Koos Terpstra gaf een bijzondere glans aan de middag. We kennen elkaar uit de tijd dat hij regisseur was van het Noord Nederlands Toneel. Onmiddellijk herkende ik die unieke combinatie van nuchterheid en bevlogenheid, zijn harde humor én zijn warmte. Fantastisch dat hij jou als actrice en theatermaakster onder zijn professionele hoede heeft genomen. Hij vertrouwde mij toe hoezeer hij verrast en onder de indruk was van je boek.

Wat je nog niet wist, Nhung, is dat je voorstelling de laatste activiteit was die wij als Stichting Vrienden van De Melkfabriek hebben georganiseerd. Jij en Koos en bijna alle gasten waren al vertrokken, we genoten nog na van de prachtmiddag, toen er een knetterende ruzie uitbrak tussen een van onze Stichtingsbestuursleden en de eigenaren van het bedrijf De Melkfabriek. Het was een uitbarsting van al lang sluimerend ongenoegen en chronisch gebrek aan belangstelling. Hoe dan ook, kort daarop hebben wij als Stichtingsbestuur de samenwerking met de directie van De Melkfabriek opgezegd. Spijtig, tragisch, onherstelbaar. Maar jouw voorstelling is de heerlijkste herinnering aan zes jaar succesvolle programmering in het bijzondere theater in het Drentse dorp Bunne.

Pas twee weken geleden heb ik je boek gelezen, Nhung.
Het lag op een stapel nog te lezen boeken, waaronder Coetzee, Harari, Verbogt. Opscheppen over wat ik allemaal lees? Neen, ik wil keihard in je gezicht knallen dat ik ‘Duizend Vaders’ een prachtig boek vond, een boek dat me nog steeds in de greep houdt, een boek waarmee je in één klap hoog aan het literaire firmament staat. En dat vond ook De Volkskrant!
Beijum, de koude Groningse nieuwbouwwijk uit de jaren zeventig, is in je boek een zompig en afkalvend dorp met de mysterieuze naam Beiahêm. Het dorp aan de bevroren rivier ligt sinds het vertrek van je vader al een jaar onder de sneeuw. Onherbergzaam, verstoken van menselijke warmte, houdt Nhung – het personage in het boek draagt jouw naam -  stand in dit oord waaruit niemand kan ontkomen. Met haar grenzeloze fantasie, haar geloof in magische mogelijkheden, haar zonnige optimisme en haar ontwapenende humor stapt ze door het dorpsleven vol achterdocht, oplichterij en gekte.
Nhung: “De stuurse inwoners van Beiahêm ontwikkelden een bepaald vocabulaire waarin de woorden ‘kutwijf’ en ‘klotemongool’ veelvuldig voorkwamen”. Verderop schrijft Nhung dat er grote blanke mensen woonden die er uit zagen als Vikingen, “terwijl mijn ouders mij de belachelijke naam Nhung hadden gegeven, die meer klonk als een gerecht”. De loempiatent op de Ebbingebrug heet niet voor niets Bich Nhung…

Terugdenkend aan die domper op 11 maart  in Bunne, het conflict dat tot het einde van Vrienden van de Melkfabriek leidde, zie ik het Drentse dorp opeens als een somber veengat waarin jonge meisjes zijn verzopen, maar waar de ster van Nhung Dam nog flonkert aan de hemel.
Magisch realisme, van het eerste tot het laatste hoofdstuk, van een bijna Zuid-Amerikaanse allure, zoals Marquez of Isabel Allende. Ja, dat zijn grote namen en ik durf ze te noemen. Maar ook ‘mindere’ grootheden als Astrid Lindgren, die de wereld van Pipi Langkous heeft gecreëerd: dat doldwaze onafhankelijke meisje in een omgeving vol braverikken. Ook zij trotseert, net als Nhung, de domheid en saaiheid.
Uiteindelijk weet Nhung te ontsnappen aan Beiahêm, door een enorm risico te nemen. ‘Duizend Vaders’ is niet alleen magisch en grappig, het is soms ook heel spannend. Met beklemmende beelden roept Nhung Dam een wereld vol vreemde figuren en demonen op. Van dorpshoeren tot gokverslaafde Chinezen, van een krankzinnige onderwijzer tot een stompzinnige bibliothecaris.

Ik verheug me nu al op jouw rol in Zomergasten. Als presentator (op Oerol deed je het dagelijkse interviewprogramma met acteurs en muzikanten), maar ook als gast kun je Nederland drie uur lang boeien. Over drie of hooguit over vijf jaar. Goed plan, of maak je dat soort plannen niet?

Nhung Dam: Duizend Vaders. Uitgegeven door De Bezige Bij in 2017