WONDERBAARLIJKE DROOM: op pad naar rust en vrede
“De route liep door een glooiend groen land. Er stonden bomen en struiken, maar het landschap was open. Het was zacht zonnig, de temperatuur was zacht, er stond een zachte wind.
Ik liep over een breed pad door groene weiden. Huizen
stonden er niet; er waren geen dorpen of steden, ook niet aan de horizon. Wel
lagen er grote en kleine zwerfkeien in het landschap. Het leek op Ierland, waar
ik overigens nooit geweest ben. Ik keek onbelemmerd om mij heen, ik ging op in
het overweldigende uitzicht. Pas toen het pad een lichte bocht maakte over een heuvel, zag
ik de mensen die achter mij liepen. Het waren er tientallen, misschien wel een
paar honderd. Het einde van de stoet kon ik niet zien.
Vertrouwde familie
In de stoet liepen vrouwen en mannen, kinderen en ouderen.
De mensen hadden gemakkelijke kleren aan, die soepel meebewogen in de wind.
Sommigen waren met elkaar aan de praat, anderen liepen stil te genieten van de
natuur. Al herkende ik niemand van gezicht, toch kende ik ze allemaal als vertrouwde familie.
Er klonk klassieke muziek, maar ik zag niemand met een
instrument, er was geen orkest, er waren
geen luidsprekers. Het leek filmmuziek, aanwezige muziek die nergens vandaan
kwam. Ik vond de muziek, die ik vermoedelijk zelf had uitgekozen, vertrouwd en
vriendelijk. Toch herkende ik geen duidelijke melodieën, geen composities. Wel vernam
ik dat sommige mensen achter mij met de muziek mee neurieden.
Samen wandelend naar het einde
Samen wandelend naar het einde
Ik wist dat dit mijn laatste wandeling was. Ik voelde mij
rustig, maar ook vermoeid. Ik was niet verdrietig, niet bang, niet eenzaam,
niet melancholiek, niet boos. Ik wist dat ik op weg was naar het einde van mijn
leven en daar had ik vrede mee.
Hoe lang ik zo gelopen heb, met die processie achter mij aan,
weet ik niet. Langzaam nam de vermoeidheid toe. Mijn voeten werden dik en deden
pijn, ik kwam adem te kort als we heuvelopwaarts gingen. Twee sterke mensen,
maar misschien waren het er wel vier, maakten zich los uit de stoet en kwamen
naast mij lopen. Ze ondersteunden mij en ik sloeg mijn armen om hun middel. Ik
voelde mij veilig, ik vertrouwde deze krachtmensen volledig, ook al herkende ik
hun namen en gezichten niet.
Zo liep ik mijn dood tegemoet. De sterke mensen naast mij en
de processie achter mij gaven mij een gevoel van eindeloze energie. Maar mijn
krachten namen verder af, mijn benen voelden loodzwaar, ik kon geen stap meer
zetten. De mensen naast mij tilden mij op alsof ik gewichtloos was en legden
mij op een witte brancard, een ziekenhuisbed op grote fietswielen. Ik ging
uitgeput liggen en staarde naar de grijsblauwe hemel.
Het graspad liep nu langzaam bergafwaarts. In de verte zag
ik de zee, de oceaan, glinsterend in de ondergaande zon. Nu herkende ik wél melodie
en tekst. Bach:
‘Bist Du bei mir, geh ich mit Freuden
zum Sterben und zu meiner Ruh’.
Toen lieten de sterke mensen naast mij de brancard los. Dankzij
de zwaartekracht en de wind in de rug reed ik vanzelf naar beneden. De mensen
in de stoet hadden zich verzameld op de heuvel en zagen hoe ik met bed en al
weg zweefde naar de zee, naar de horizon in het westen.”
Geloofwaardig...
Ik vroeg mij dus af: wie waren die krachtige mensen die mij
ondersteunden en mij zo zorgzaam op de brancard legden? Was dat mijn bezorgde warme
vader, maar niet die hypochondrische man die zo bang was geweest om te sterven?
Mijn lieve moeder, niet die onzekere vrouw met haar decorumverlies, maar de expressieve
actrice die toch carrière had gemaakt?
Mijn broer, niet die broodmagere aidspatiënt, maar de rusteloze kunstenaar?
Mijn zoontje, twee dagen na zijn geboorte overleden, maar nu een sterke jonge
kerel van in de veertig?
Utrechtse, Groningse, Schotse, Duitse voorouders
Utrechtse, Groningse, Schotse, Duitse voorouders
Liepen al mijn grootouders mee in de stoet? Zoals mijn oma
uit de Moesstraat, die bijna honderd was geworden, met haar spijkerharde vooroordelen,
maar nu mild en wijs? Liep daar mijn opa, de banketbakker uit de Goethelaan die
failliet was gegaan en die eigenlijk dichter had willen worden? En het zusje
van mijn vader die als kleuter was gestorven aan de Spaanse griep en die nu
danste door het Ierse landschap?
Wie neuriede zacht mee met de troostrijke melodieën? Misschien
mijn Utrechtse overgrootmoeder, de Joodse vrouw uit Wijk-C die katholiek was
geworden? Of mijn betovergrootvader, de vastberaden schipper uit het Groningse
Uithuizen?
Alle wonderlijke ooms en oudtantes, alle excentrieke neven
en achternichten, met hun dromen en verwachtingen, waar kwamen ze allemaal
vandaan, die stamvaders en oermoeders? Dat ze voor mijn uitvaart waren gekomen,
terwijl ik niemand van hen had verwacht, ontroerde mij. Wat was het juist dat niemand
het woord had genomen, dat ze mij alleen liefdevol hadden omringd.
Mijn vergeten voorouders, aan wie ik mijn bestaan heb te
danken: mijn verre familie uit Vlaanderen, een groep stamhouders oorspronkelijk
uit de buurt van het Duitse Münster, de grote groep mensen van Stad en
Ommeland, de sterke delegatie uit Utrecht, zelfs een Schotse whisky-connectie
en kustvaarders die miswijn importeerden uit Portugal. Allemaal wandelden
jullie mee in de stoet en allemaal zagen jullie mij wegzweven op mijn brancard
met fietsbanden.
Laat mij niet alleen
Laat mij niet alleen
Waarde voorouders, reageer alstublieft op mijn open
brief door binnenkort nog eens langs te komen in mijn droom. Dankzij jullie heb ik mij in dít uur van de
waarheid veilig en gedragen gevoeld. Laat mij niet alleen, ne me
quitte pas.
Hoi Bartho,fantastisch verhaal. Jaren geleden heb ik me ooit eens met dromen uitleg bemoeid. Het bleek mij, dat dromen totaal anders geduid moeten worden, dan ik gedacht en bedacht had. Maar je weet het nooit. Het verhaal is prachtig!
BeantwoordenVerwijderenLieuwe
Een bijzonder verhaal Bartho! 'Opgenomen in het grote geheel... gedragen worden'. Geeft vertrouwen in het volgen van je eigen pad! Groeten, Maria van der Meij-Teuben
BeantwoordenVerwijderenJee Bart, wat een fantastisch verhaal. Ontroerend. Bedankt. Joris
BeantwoordenVerwijderenPrachtig Bartho, zo'n mooie ervaring!
BeantwoordenVerwijderenPrachtig verhaal Bartho, je hoopt dat het zo mag gaan, als jouw tijd gekomen is.
BeantwoordenVerwijderenJouw droom raakte me diep, meteen toen ik het hoorde.
BeantwoordenVerwijderenHet was net of ikzelf het ook kon beleven.
Meer dan een droom, lijk het een echte ontmoeting met de dood en een ontmoeting met je voorouders.
Ze wilden zichzelf aan jou laten zien (of misschien is dat beter gezegd laten “voelen” ) en jou iets vertellen.
Ik heb mijn voorouders ook soms gevoeld, daarom zijn ze voor mij ook langzamerhand wezenlijk geworden.
Ergens weet ik dat ze echt luisteren, mee “wandelen “, en dat ze graag samen met mij zwijgen.
Je loopt niet alleen. We lopen niet alleen...Wat een mooie waarheid...!
En ik vind het een grote eer dat je mij in je blog 'vriendin' hebt genoemd. Dank je, Nuria