zaterdag 6 juli 2013

HET ERGSTE MOET NOG KOMEN, STUDENTEN WETEN VAN NIETS


Wist jij, toen je 22 was, wie Jan Cottaar was?
Ik kan me niet indenken dat ik dat toen niet wist.
Bob Spaak kende je ook?
Volgens mij wel. Ook zo’n sportverslaggever. Deed veel schaatsen.
Wist jij toen hoe de krant van de Nederlandse communisten heette?
Toen ik 22 was? Ja, die krant heette De Waarheid. Hoezo?
En de meest rechtse krant?
Dat was De Telegraaf. En dat is nog steeds zo.
Wist jij, toen je 22 was, hoe de actualiteitenrubriek op tv heette van de NCRV?
Dat was toch Hier en Nu?
Wist jij, toen je 22 was, wat een primeur betekende?
Een primeur in de krant of op tv? Ja, dat moet ik toen zeker geweten hebben.
Las je boeken van Willem Frederik Hermans?
Ik geloof dat ik ‘Nooit meer slapen’ had gelezen. Was toen kort daarvóór verschenen.
Je wist dus wie Hermans was?
Ja natuurlijk. Dat wist toch iedereen!
Nou iedereen… Jij studeerde, dus je wist misschien wat meer dan andere jongeren. Wist je toen hoe de minister van onderwijs heette?
Ik zou het nu in elk geval niet meer weten. Heb je het opgezocht?
Veringa…
Tja, komt me vaag bekend voor. Hebben we gedemonstreerd tegen die man? Maar waarom vraag je me dit allemaal?

Deze week gaf ik een training over conflicthantering aan derdejaars studenten Communicatie. We deden een realistisch rollenspel, waarbij trainingsacteurs waren ingezet, over conflicten bij een krant.
- Aan haar ogen zie ik dat de ongeveer 22-jarige student een cruciaal woord mist. Het blijkt dat ze niet weet wat een ‘scoop’ is.
- Een acteur vertelt in zijn rol over zijn optreden bij het televisieprogramma Nieuwsuur. Het merendeel van de studenten lijkt geen idee te hebben welk programma dat is.
- Een andere acteur schept op dat hij Mart Smeets kent. "Wie?" roepen drie studenten in koor. "Zoiets als Umberto Tan, maar dan twee keer zo oud" lacht de trainingsacteur. Twee van de drie studenten kijken elkaar glazig aan.
- "Ach wat is nieuws. De vis van vandaag is verpakt in het nieuws van gisteren". Ik zie slechts bij een enkele student een glimlach van herkenning over deze uitdrukking.
- "Meneer, wat betekent 'het achterste van je tong laten zien'?"

Een van de communicatiestudenten is mij tijdens de training positief opgevallen. Ze is een jaar of 22 en ze heet Laura.
"Leuke naam" zeg ik. "Ik lees net over Laura in ‘Ventoux’ van Bert Wagendorp"
"Sorry, zegt me niets"
"Die bestseller van Bert Wagendorp, van De Volkskrant…"
"….."

Aan het eind van de trainingsdag praat ik met een 22-jarige student wat na, over zijn afstuderen. Hij heeft een beetje vertraging opgelopen. Ik grap: "Ach, daar zal Jet Bussemaker niet van wakker liggen"
Ik moet mijn grap dus uitleggen; altijd pijnlijk.
"Eh, de minister van onderwijs. Ik bedoel, die vertraging van jou valt toch mee."

Op een bepaald moment tijdens de training maak ik een opmerking over de recente conclusies van de Universiteit van Maastricht: 80% van de communicatie- en journalistiekstudenten zal geen werk vinden in het vak waarvoor ze worden opgeleid!
Ik zie hoe veel studenten schrikken: dit is blijkbaar écht nieuws voor hen!!!
Het slechte nieuws heeft een klein deel van de groep 'gelukkig' wel bereikt.

Er volgt een korte felle discussie, waarin ik het verwijt krijg dat ik de studenten alle hoop ontneem.
Inderdaad, in de loop van deze dag voel ík me steeds hopelozer. Het is mij droef te moede hoe defensief en lusteloos de meeste reacties zijn, van zowel opleidingen als studenten.
Schopenhauer flitst door mijn hoofd: 'Het ergste moet nog komen'. Maar ik laat het achterste van mijn tong niet zien. Ik reageer daarentegen laconiek: ‘Ik ben alleen de boodschapper van het slechte nieuws’.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten