Bericht aan mijn lezers en volgers van Voorzetten
Al anderhalf jaar hebben jullie geen nieuwe Voorzetten van mij kunnen lezen. Je zou kunnen denken dat
ik nu toch tijd genoeg moet hebben om wat gedachten onder woorden te brengen.
Inderdaad ja, ik ben nu zeer gepensioneerd, want geen Hanzehogeschool, geen
Voorzitters, geen Tasmanjournaal en zelfs geen Vrienden van de Melkfabriek meer.
Mentaal en fysiek ben
ik sinds februari 2017 op ongeveer hetzelfde peil gebleven: jaartje ouder, maar
wat doet dat er toe. Onze verhuizing van een half jaar geleden was iets vermoeiender
dan we gedacht hadden, maar het was een goed besluit.
Kortom: tijd zat, alle
rust, geen ziekte.
Ik vraag me nog steeds
af wat er dan wél aan de hand was. Ik wil mijn writersblock graag onderzoeken,
misschien samen met mijn lezers en volgers. Het kan te maken hebben met
twijfels en onzekerheden, met steeds meer vragen zonder antwoorden, minder standpunten,
meer aarzelingen. Tegelijkertijd groeit langzaam maar zeker mijn begrip voor
steeds meer opvattingen, voor steeds meer mensen. De mildheid van de ouderdom?
Dat resulteert in mijn
vrees dat ik niets interessants, niets spannends, niets lachwekkends, niets zuurs
en niets zoets, niets specifieks en niets excentrieks meer te melden heb.
Daarom begin ik
opnieuw, ik begin met iets anders. Ik ga brieven schrijven, open brieven, aan
levende en overleden mensen. Die vorm biedt mij wellicht meer ruimte om mijn
vragen, twijfels en vermoedens te uiten. En misschien krijg ik af en toe een
brief terug, het liefst een open brief die ik in deze blog kan plaatsen.
Mijn eerste open brief is aan Nhung Dam, actrice, theatermaakster en auteur van
‘Duizend Vaders’
Lieve Nhung Dam
Wat een unieke middag, zondag 11 maart in De Melkfabriek in
het Noord-Drentse Bunne.
Je speelde er je voorstelling ‘Ha ha Happiness’. Zo licht,
zo spannend, zo tragisch, over je leven, over je idealen en dromen, over je afkomst
als dochter van Vietnamese bootvluchtelingen. Wat was ik trots dat we je in ons
kleine theater hadden kunnen programmeren. Zeker zeventig mensen, een volle
bak voor ons, beleefden je kwetsbare verhaal. Het ging over jou, over je
eenzaamheid en schaamte in de Groningse wijk Beijum, het ging over je vader die
een loempiatent was begonnen op de Ebbingebrug in Groningen, vlakbij waar ik
toen woonde.
Je had een stapel van je boek ‘Duizend Vaders’ meegenomen.
Je had beloofd dat je aan het eind van de middag je zachtroze boek zou
signeren. Dat heb je ook gedaan, al had je er nauwelijks tijd meer voor. Want
direct na je voorstelling maakte je regisseur Koos Terpstra bekend dat je
zojuist de prijs voor het beste Groningse boek had gewonnen! Wat was jij blij, wat
stond je te stralen en te genieten van het applaus op ons kleine podium. Wat
waren wij als publiek ontroerd. Want in dat uur dat je ontwapenende voorstelling
duurde was je een vriendin van ons geworden, zeker van mij.
Misschien herinner je je nog wat je in je boek, ons boek,
hebt geschreven: “Voor Coby en Bartho. Dank voor vandaag! Wat bijzonder. Nhung
Dam”
Spoorslags moest je naar Groningen vertrekken om die hoofdprijs
in het Groninger Forum in ontvangst te nemen.
Ook het hernieuwde contact met Koos Terpstra gaf een
bijzondere glans aan de middag. We kennen elkaar uit de tijd dat hij regisseur
was van het Noord Nederlands Toneel. Onmiddellijk herkende ik die unieke
combinatie van nuchterheid en bevlogenheid, zijn harde humor én zijn warmte.
Fantastisch dat hij jou als actrice en theatermaakster onder zijn professionele
hoede heeft genomen. Hij vertrouwde mij toe hoezeer hij verrast en onder de
indruk was van je boek.
Wat je nog niet wist, Nhung, is dat je voorstelling de laatste activiteit was die wij als Stichting Vrienden van De Melkfabriek hebben georganiseerd. Jij en Koos en bijna alle gasten waren al vertrokken, we genoten nog na van de prachtmiddag, toen er een knetterende ruzie uitbrak tussen een van onze Stichtingsbestuursleden en de eigenaren van het bedrijf De Melkfabriek. Het was een uitbarsting van al lang sluimerend ongenoegen en chronisch gebrek aan belangstelling. Hoe dan ook, kort daarop hebben wij als Stichtingsbestuur de samenwerking met de directie van De Melkfabriek opgezegd. Spijtig, tragisch, onherstelbaar. Maar jouw voorstelling is de heerlijkste herinnering aan zes jaar succesvolle programmering in het bijzondere theater in het Drentse dorp Bunne.
Pas twee weken geleden heb ik je boek gelezen, Nhung.
Het lag op een stapel nog te lezen boeken, waaronder
Coetzee, Harari, Verbogt. Opscheppen over wat ik allemaal lees? Neen, ik wil keihard
in je gezicht knallen dat ik ‘Duizend Vaders’ een prachtig boek vond, een boek
dat me nog steeds in de greep houdt, een boek waarmee je in één klap hoog aan
het literaire firmament staat. En dat vond ook De Volkskrant!
Beijum, de koude Groningse nieuwbouwwijk uit de jaren
zeventig, is in je boek een zompig en afkalvend dorp met de mysterieuze naam
Beiahêm. Het dorp aan de bevroren rivier ligt sinds het vertrek van je vader al
een jaar onder de sneeuw. Onherbergzaam, verstoken van menselijke warmte, houdt
Nhung – het personage in het boek draagt jouw naam - stand in dit oord waaruit niemand kan
ontkomen. Met haar grenzeloze fantasie, haar geloof in magische mogelijkheden,
haar zonnige optimisme en haar ontwapenende humor stapt ze door het dorpsleven
vol achterdocht, oplichterij en gekte.
Nhung: “De stuurse inwoners van Beiahêm ontwikkelden een
bepaald vocabulaire waarin de woorden ‘kutwijf’ en ‘klotemongool’ veelvuldig voorkwamen”.
Verderop schrijft Nhung dat er grote
blanke mensen woonden die er uit zagen als Vikingen, “terwijl mijn ouders mij
de belachelijke naam Nhung hadden gegeven, die meer klonk als een gerecht”. De
loempiatent op de Ebbingebrug heet niet voor niets Bich Nhung…
Terugdenkend aan die domper op 11 maart in Bunne, het conflict dat tot het einde van
Vrienden van de Melkfabriek leidde, zie ik het Drentse dorp opeens als een
somber veengat waarin jonge meisjes zijn verzopen, maar waar de ster van Nhung
Dam nog flonkert aan de hemel.
Magisch realisme, van het eerste tot het laatste hoofdstuk, van een bijna Zuid-Amerikaanse allure, zoals Marquez of Isabel Allende. Ja, dat
zijn grote namen en ik durf ze te noemen. Maar ook ‘mindere’ grootheden als
Astrid Lindgren, die de wereld van Pipi Langkous heeft gecreëerd: dat doldwaze
onafhankelijke meisje in een omgeving vol braverikken. Ook zij trotseert, net
als Nhung, de domheid en saaiheid.
Uiteindelijk weet Nhung te ontsnappen aan Beiahêm, door een
enorm risico te nemen. ‘Duizend Vaders’ is niet alleen magisch en grappig, het is
soms ook heel spannend. Met beklemmende
beelden roept Nhung Dam een wereld vol vreemde figuren en demonen op. Van dorpshoeren tot gokverslaafde Chinezen, van een krankzinnige onderwijzer tot een stompzinnige bibliothecaris.
Ik verheug me nu al op jouw rol in Zomergasten. Als
presentator (op Oerol deed je het dagelijkse interviewprogramma met acteurs en
muzikanten), maar ook als gast kun je Nederland drie uur lang boeien. Over drie of hooguit over vijf jaar. Goed plan, of
maak je dat soort plannen niet?
Nhung Dam: Duizend Vaders. Uitgegeven door De Bezige Bij in
2017
BeantwoordenVerwijderenFleur Feij Ik zeg niks meer aan doen Bartho. Welkom terug :-)
Eva Vos Top
Dorien van den Biggelaar Mooi
Francis Planken
Francis Planken heerlijk om weer een blog van je te lezen!
Open brief aan Bartho
BeantwoordenVerwijderenBeste Bartho,
Je nieuwe blog deed me ook dit deze nog eens doorlezen. Ik heb bij dit blog een vervelend gevoel. Dat gevoel werd nog eens benadrukt door een vraag van iemand anders die het ook had gelezen. “Wat vond jij nou van dat blog van Bartho” was haar vraag. Ik zocht naar de juiste woorden en kwam tot het uitspreken van mijn verbazing over de wijze waarop de Stichting Vrienden van de Melkfabriek was gecrasht. Dat kwam vooral omdat je bij het voorzitterschap van de stichting beroepsmatige deskundigheid meebracht op het gebied van communicatie en conflictmanagement. Hoe komt het nou dat die deskundigheid een “lang sluimerend ongenoegen en chronisch gebrek aan belangstelling” zoals je zelf schrijft door jou niet vroegtijdig werd herkend en opgelost. Ook denk ik dat bij zo’n conflict het aloude adagium ‘waar twee vechten hebben twee schuld’ opgaat. Enige zelfreflectie van jou was hier ook op zijn plaats geweest. Ik heb het werken als vrijwilliger voor de stichting gedurende zes jaar altijd leuk gevonden en persoonlijk heb ik nooit enig ongenoegen of gebrek aan belangstelling van en voor wie dan ook ervaren. Maar dat kwam misschien wel door het directe contact en overleg dat ik had met de eigenaren van de Melkfabriek.
Misschien heb ik het helemaal mis en heb ik alles gemist. Voor de Stichting Vrienden van de Melkfabriek is er een einde gekomen aan heel veel mooie, hilarische, indrukwekkende en ontroerende voorstellingen. In deze open brief aan jou doe ik alsnog een beroep op je zelfreflectie en achteraf zou ik graag willen weten wat jij zelf denkt dat je anders had kunnen doen om deze crash te voorkomen. Bij deze dus een open vraag in een open brief waarop ik, en misschien ook wel veel teleurgestelde bezoekers van onze voorstellingen met mij, graag een open antwoord van jou willen.
Vriendelijke groet,
Frank van der Werf