woensdag 31 augustus 2016

SICCO MANSHOLT IN DE WESTPOLDER

Fiets maar met mij mee van Buitenpost terug naar Groningen. Het is fris maar helder weer, grotendeels wind mee, een heerlijke dag.
Buitenpost (schrap direct elke associatie met Buitenzorg [Bogor] met zijn paleistuinen en het authentieke koloniale station aan de spoorlijn Jakarta - Bandung) is een Fries dorp aan de spoorlijn Groningen - Leeuwarden met een troosteloze treinhalte naast een even troosteloos doch ‘geheel gemoderniseerd’ gemeentehuis.
Het begint te gieten als we, mijn vriend Willem en ik, met onze fietsen uit de trein stappen.
Via een stevige omweg door onafzienbare weilanden zonder één koe, langs Gerkesklooster (Cisterciënzerklooster al tijdens de Reformatie in 1580 gesloopt; wel een monsterlijke melkfabriek), Visvliet, het uitgestorven Burum (bij de enorme satellietschotels ‘it Greate Ear’ waarmee de AIVD onze vijanden afluistert), Warfstermolen en Krabbeboren rijden we via de sluis over de monding van het Reitdiep terug naar het Groninger Ommeland. Het blijft nu droog. Aan de haven van Zoutkamp eten we een visje en een romig ijsje.

Met de zilte wind in de rug verder noordwaarts. We passeren het dorp Vierhuizen, aan de slaperdijk van de Lauwerszee, met z’n lage vissers- en landarbeiderswoninkjes. En dan opeens herinner ik mij dat Sicco Mansholt hier in de buurt geboren moet zijn. Vanaf de weg lees ik de naam van de kapitale herenboerderij en herken die naam direct: hoeve Torum.
In ‘De Graanrepubliek’ van Frank Westerman lees ik dat Sicco hier tot zijn veertiende gewoond heeft. Torum, genoemd naar een door de zee verzwolgen dorp van keuterboertjes en loonslaven die in net zulke armzalige huisjes woonden met net zulke poreuze eensteensmuren als in Vierhuizen, Visvliet of Burum.
In 1908 werd Sicco op Torum geboren; in 1924 werden huis en hoeve verkocht omdat de vijf zonen van Sicco’s grootvader ruzie kregen over de verdeling van de erfenis. Na deze opsplitsing dreigde ook voor de dikke herenboeren Mansholt versnippering op schamele percelen.
‘Nooit Meer Hongerwinter’ was na de oorlog het motto van minister en later Euro-landbouwcommissaris Sicco Mansholt, boer én socialist. Daarom schaalvergroting, mechanisatie, rationalisatie, efficiency, gegarandeerde prijzen voor melk en graan. Vooruitgang! Geen plaats meer voor de ‘romantiek’ van de armoe zaaiende boertjes, krabbend in de harde klei of het mulle zand.

Iets verder ligt de oude zeedijk van de Lauwerszee. Waar die dijk aansluit op de dijk rond de Westpolder, ingepolderde Waddenzee, staat een klein monument met namen van Waterschapbestuurders en belangrijke boeren uit dit Groningse pioniersgebied. De namen van zo’n vijf Mansholts staan er tussen: grootouders, neven, ooms van Sicco. Het uitzicht over de polders, heel in de verte de duinenrij van Schiermonnikoog, de wind over de nog groene graanvelden, overal schapen op de dijk, het monument met al die namen…

En dan ervaar ik ‘een aanwezigheid’: geen stem, geen beeld of gestalte, geen trilling of gevoel, maar de ervaring van een aanwezigheid, een aanwezigheid van…? Van verloren illusies, vergeten geschiedenis? Neen, het was persoonlijker. Heel kort, hooguit vijf seconden, ervoer ik de aanwezigheid van de reus Sicco Mansholt en de frêle Petra Kelly.
Met haar, Petra Kelly, destijds stagiaire bij Mansholt en later mede-oprichtster en lid van de Bondsdag van de Duitse Grünen, had de veertig jaar oudere Sicco in de jaren ’70 een korte en zeer heftige relatie.
Tijdens hun zee-zeiltochten, zo stel ik mij voor, gooide Sicco het roer om in zijn leven en kwam hij, mede geïnspireerd door Petra, terug op zijn standpunten van harde industriematige sanering van de agrarische sector.  De nog steeds fanatieke Mansholt werd activist voor het milieu, duurzame landbouw, biodiversiteit, zorg voor de natuur. Neen, niet terug naar nostalgische armoede en andere romantische standpunten, maar gedreven door de keiharde noodzaak van het behoud van onze aarde. Maar de relatie met Petra strandde, Sicco ging terug naar zijn vrouw, knapte een oude boerderij op in het Drentse Wapserveen, zeilde in zijn eentje naar Zuid Amerika, fulmineerde tot zijn dood in 1995 tegen de dolgedraaide productie die onze aarde dreigt uit te putten. Hij overleefde de tragisch omgekomen Petra drie jaar.

Willem en ik vervolgen onze tocht en fietsen bijna twintig kilometer over de hoge Waddendijk. Links van ons het majestueuze uitzicht over het Wad, de laatste onafgebroken wilde natuur van Nederland; het is eb, duizenden vogels rusten uit op de grijsgroene slikken, aan de horizon Schiermonnikoog. Rechts van ons de vruchtbare Groningse klei, de landerijen van een iets menselijker formaat dan de groene woestijnen van Friesland, de torenspitsen van de middeleeuwse dorpskerken van Pieterburen, Westernieland en Warffum. Dit is Het Hoge Land, Europa's oudste cultuurland. Welvarend, met dank aan de 'oude' Mansholt. Maar nog authentiek en krachtig, Gronings zoals Mansholt.


In het woon- en natuurgebied Blauwe Stad is Mansholt op een andere manier aanwezig, zichtbaar en voelbaar. Bij het enorme meer, dat ontstond door het akkerland aan de westkant van de communistische dorpen Finsterwolde en Beerta onder water te zetten, is in 2008, honderd jaar na zijn geboorte, een indrukwekkend standbeeld van Mansholt geplaatst. Het beeld refereert aan het antwoord van Sicco op de vraag hoe het nu verder moest met de landbouw: “Want ik heb te veel natuur ingepikt en dit land is teruggegeven aan de natuur”.