
Tussen Haren en Assen wordt de betekenis van de cover
duidelijk. Pagina 11: “Op de oever
vouwden ze een plaid uit en hieven hun gezicht naar de late zon. Achter hen was
een kersenboomgaard met groene netten overtrokken.’ … ‘Kom’, zei ze, ‘we gaan
kersen kopen. Ze droeg een wit katoenen jurkje, haar benen waren bruin’… ‘Edward
kocht een pond kersen. Ze waren knapperig en zoet, het voorjaar was warm en
droog geweest. Ze wandelden terug naar de stroom en spuwden de pitten zo ver
weg als ze konden.”

“Later, als hij in
haar binnengedrongen is en op zijn armen steunt, kromt ze zich onder hem. Hij
stoot in haar, ze lacht en zegt ‘ben je daar eindelijk’. Haar ervarenheid verrast
hem, hij is vergeten dat mensen van haar leeftijd alles al weten.”
Pagina 13. Ik kijk op van mijn boek. De trein zoeft langs de
meanderende Drentse Aa en langs de chique golfbaan van Glimmen. Op dit moment
lezen tientallen mensen tegelijkertijd deze zinnen. Mooie zinnen, opwindende
zinnen? Kan ik aan de gezichten van mijn medepassagiers zien wat ze lezen en
of ze er warm van worden?
In Zwolle stappen wat mensen uit en komen er nieuwe
literatuurliefhebbers bij. Ergens tussen Zwolle en Lelystad zijn we te weten
gekomen dat Ruth maar niet zwanger werd omdat slechts vijfendertig procent van
het zaad van Edward levensvatbaar was.
“In de parkeergarage
streek ze met haar wijsvinger over zijn kruis en zei: ‘Een Trabantje, schat?” Glimlachend kijk ik rond: bij
hoeveel medereizigers herken ik deze ironie op hun gezicht? Een paar regels
verder op bladzijde 48: “Plicht sloop hun
seksleven binnen. Ze vrijden met ongemakkelijke lichamen, Ruth hield bij
wanneer het moest.” Wat vindt de ernstige onderwijzeres hiervan?
Het oudere echtpaar zit nog bij ons in de trein. Hun ogen
zijn gericht op het boekje, ze geven elkaar geen enkel teken van herkenning.
Of zitten we nu allemaal op andere bladzijden, afhankelijk
van de leessnelheid? Ik kijk naar mijn vrouw, maar ik kan de paginanummering
niet goed zien. Ik vraag het haar. Ze zit op bladzijde 45 waar Ruth opeens
zegt: “Ed, ik wil misschien wel een
kind”, waarop Edward na een korte stilte reageert met “Daar was ik al bang
voor.”
Simultaan lezen. Samen met onbekende mensen tegelijkertijd een
prachtig, spannend en af en toe opwindend boek lezen. Een unieke situatie, iets voor
een wetenschappelijk experiment, financieel mogelijk gemaakt door de NS, de
CPNB en de Bezige Bij. Slechts één keer per jaar uitvoerbaar op de zondag na de
Boekenweek.
Ik ben begonnen met het bestuderen van gezichten en ik zou
graag verder willen gaan.
Ik zou het lezen als een dromerige coupé-voorzitter willen leiden.
Ik zou de literaire ervaring van de jongen met de basketbalpet ter plekke willen
confronteren met de fantasie van de twee vriendinnen. Ik wil het oudere
echtpaar en het echtpaar van middelbare leeftijd met elkaar in contact brengen:
wilt u elkaar om de beurt de mooiste zin voorlezen?
En dan zou ik bijvoorbeeld aan het Molukse meisje willen
vragen om de passage onderaan bladzijde 54 hardop voor ons te reciteren, op het ritme van de trein die langs de Oostvaardersplassen scheert. Ga maar in het
middenpad staan, meisje. Lees allemaal even mee, dames en heren, over het vreemdgaan van Edward tijdens de zwangerschap van Ruth.
"Toen ze zijn voeten masseerde, begon hij te huilen. Niemand had zijn verwaarloosde voeten ooit zo aangeraakt. 'In je voeten komen heel veel meridianen samen,' zei ze. En: 'Volgens mij ben je veel gevoeliger dan je zelf denkt.'"
Hardop voorlezen? Daar krijg je problemen mee in een
stiltecoupé.