Overal in de stad kom ik hem tegen: op de Turfsingel en de
Westersingel, op het Damsterdiep en het Schuitendiep, op het Blauwborgje langs
het Zernike Complex en op de van Iddekingeweg in De Wijert. Deze in zichzelf
gekeerde bleke man kijkt mij indringend aan met een tragische blik. Op zijn
witte hemd zitten een paar bloedspatten. Om zijn nek en schouders hangt een
jonge vrouw, ook in zichzelf gekeerd, in volle overgave aan hem.
Ik weet wie mij vanaf de affiches zo strak en bijna
beschuldigend aankijken: Rodion Romanovitsj Raskolnikov en zijn geliefde Sofia
Semjonovna Marmeladova, kortweg Sonja.
Wie die mensen zijn en wat zij doen in Groningen? Raskolnikov
en Sonja zijn twee complexe personages, waarin de zwartste gruwel en de
lichtste liefde zijn samengebald, alle misdaad en alle twijfel, alle wanhoop en
alle trouw die een mens in zich heeft. Honderdvijftig jaar geleden schreef
Dostojevski hun dramatische geschiedenis op in ‘Misdaad en Straf’.
Vanaf zondag 3 maart speelt het Noord Nederlands Toneel
‘Misdaad en Straf – en de kracht van de Liefde’. Eerst twee weken in de Groningse
Stadsschouwburg, daarna tot 8 mei in alle belangrijke theaters van Nederland.
Op tientallen plekken in de stad kom ik hem tegen: onze zoon
Joris speelt Raskolnikov… Overal kijkt hij mij strak aan op die levensgrote
posters, met een blik die ik nauwelijks verdraag. Een vervreemdend gevoel. Met
priemende ogen lijkt hij mij ter verantwoording te roepen. Ik kan hem niet
ontwijken, al sus ik mijzelf met ‘Het is maar toneel, hij is maar een
personage’.
Wij hebben een zoon die het vermogen heeft om zich in te
leven in de gedachtewereld van een misdadiger. Hij heeft het talent om in de
huid te kruipen van Raskolnikov, door wie Nietzsche werd geïnspireerd voor zijn
theorie over de Übermensch.
Eerder verplaatste Joris zich als acteur in de gekwelde
Heathcliff, het zielige meisje Tina, de krolse Cheshire Cat. In filmrollen was
hij een angstige autist, een jonge frauderende projectontwikkelaar, een
vertrapte krijgsgevangene in Birma.
Je in een ander verplaatsen, is dat gewoon een vak dat je
kunt leren op een toneelschool?
Joris beschikt ontegenzeglijk over een prachtig talent,
waarvan de facetten zijn geslepen en aangescherpt op de toneelacademie van
Maastricht. Maar toch: wat hij doet is niet louter professioneel. Wat
acteurs doen gaat verder. Ze laten iets wezenlijks,
iets essentieel menselijks zien. Maar helaas, het is iets dat veel mensen niet
meer kunnen (of willen of durven of mogen) opbrengen: je verplaatsen en verdiepen
in de motieven en gedachten van anderen.
In deze ego-samenleving zijn andere mensen steeds vaker ‘vreemd’:
vreemden maken ons onzeker en bang, de vreemde ander moet vermeden of geweerd
worden. De ander is alles wat ik zelf niet ben en niet wil zijn. De ander is
xenofoob en ik ben dat zeker niet, de ander is onbereikbaar en onberekenbaar.
De ander is misdadig, krols, zielig en frauderend. Steeds minder herkennen we
onszelf in de ander.
Acteurs, in goede films en toneelstukken, overbruggen in hun
rollen de afstand tussen mij en de ander, tussen Ik en Jij, tussen het
hier-en-nu en het Eeuwige, tussen vader en zoon. Fundamentele overbrugging
betekent dat ik Raskolnikov in mijzelf herken, dat ik de misdadiger ben die de
woekeraarster Aljona Ivanovna en haar zus Lizaveta had kunnen vermoorden, maar
dat ik ook de onvoorwaardelijke liefde van Sonja in mij heb.
Met priemende ogen kijkt Raskolnikov/Joris dwars door mij
heen, op elke hoek van de straat. Ik kan mezelf niet sussen. De ander is geen
personage, maar een deel van mijzelf. De zoon confronteert de vader met
zichzelf, de zoon is een deel van de vader.
Voor kaarten, zie www.nnt.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten