Het selecte gezelschap - zo’n 120 dokters en specialisten,
verpleegkundigen, bestuurders, onderzoekers, technici en ondersteunende
medewerkers, verzekeraars en ook nog een handvol patiënten - zat in het amfitheater
van het luxe conferentiecentrum te wachten op ‘leerzaam maar toch leuk’. Ze vierden
het derde lustrum van het Dialyse Centrum Groningen met een groot feest én een
symposium.
Wij zijn als Voorzitters natuurlijk dol op feestjes, maar wij werden slechts gevraagd om dat symposium op een serieuze maar ook lichtvoetige manier te leiden. Het ging over het ‘zorgnetwerk’, over innovatie, onderzoek en kwaliteit. Stevige kost. Met als dessert een waarschijnlijk zwaar op de maag liggende podiumdiscussie.
Een voorzitter heeft iets van de ober in het betere restaurant,
die de gerechten serveert én van gezellige uitleg voorziet. Vaak werken obers
mij op de zenuwen met hun bedjes-van-dit en afdronkjes-van-dat. En helemaal met
dat irritante “alles naar wens?” tijdens elk gerecht. Ik brom maar wat terug,
ook omdat ik thuis heb geleerd dat ik niet met volle mond mag praten. Zo’n
gladde voorzitter wil ik niet zijn.
Tevens ben ik allergisch voor lolligheid, meezingers,
polonaises en verkleedkleren (eerlijkgezegd ben ik dus totaal níet dol op
feestjes). Dus géén cabaret. Beschaafd amusement, dat wil ik als voorzitter nog
wel bieden. Maar hoe lardeer je negen (!) inleidingen, over o.a. dialyse, cardio
vasculair onderzoek en certificering, met lichtvoetige entr’actes?
Een week voor het symposium had ik nog geen idee.
Boswandelingen, wisselbaden, meditatie, veel rode wijn, het leverde niets
bruikbaars op. Totdat mijn geheugen mij opeens te hulp schoot! Er floepte
zomaar een herinnering op aan een door ons geleid symposium, zeker drie jaar
geleden, rond de opening van een lotgenotencafé voor mensen die een
hersenbloeding hadden gehad. Beetje feestelijk, beetje verdrietig; medisch en
toch menselijk, inleiders afgewisseld door aangename muziek en bijzondere teksten. Zoiets moest het nu
ook worden…
Wij zijn geen dagvoorzitters die zich louter met de formele congresorde
bezig houden. Wij beperken ons niet tot bij elkaar gegoogelde feitjes en
weetjes over het programma en de sprekers. Wij staan geen vergadertijgers te temmen.
Met onze persoonlijke manier van voorzitten proberen wij mensen op een symposium of congres met elkaar te verbinden en échte belangstelling te wekken. Een congres mag dus prikkelen en ontroeren; een congres moet een passende sfeer hebben; een goed congres heeft zelfs iets van een eredienst met mooie rituelen.
Met onze persoonlijke manier van voorzitten proberen wij mensen op een symposium of congres met elkaar te verbinden en échte belangstelling te wekken. Een congres mag dus prikkelen en ontroeren; een congres moet een passende sfeer hebben; een goed congres heeft zelfs iets van een eredienst met mooie rituelen.
Wislawa |
Voor de internist uit Stadskanaal: een beschouwend gedicht over
Groningen van Rutger Kopland. Voor een andere dokter: poëzie van Wislawa
Szymborska (nooit van gehoord?) over de ironie van het opstellen van een c.v.
Leo |
David |
Boris |
En halverwege de middag pepten we de zaal op met een
vrolijke quiz over het jarige Dialysecentrum. Ze werden bloedfanatiek, die
deskundigen en hulpverleners. Er was immers een serieuze hoofdprijs te winnen:
een I-Pad.
Het werd inderdaad een feestelijk symposium: serieus én lichtvoetig.
Het mooiste compliment kwam van een wetenschapper: ‘Zo mooi ben ik nog nooit geïntroduceerd’.
Aan het eind van de middag ging ik toch nog even in de fout
toen ik onze opdrachtgever tijdens de afsluitende borrel met bitterballen vroeg “En, alles naar wens geweest?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten